De Kolommen van de Achtbare Loge Athanor
werden opgericht op 28 oktober 1995.
Zij kreeg het logenummer 32 toegewezen. Als onderscheidingskleuren werd
gekozen voor blauw en zilver. De vestigingsplaats van de loge werd Gent.
Zij ontstond na een uitzwerming uit de Loge La Fidélité
nr. 13.
De Loge Athanor behoort tot de Obediëntie "
De Reguliere Grootloge van België " en telt
thans 35 leden.
Vrijmetselarij is een levenshouding, die zich niet beperkt tot
een reactie op of een zich aanpassen aan de buitenwereld, zij wordt
veeleer gedragen door een eigen kijk op de zin der dingen en het zelfstandig
zoeken naar de eigen waarheid. Dit zoeken naar de waarheid wordt gevoed
door de symbolen en ritualen, die van zo grote individuele betekenis
zijn voor hen die het rituaal van de inwijding hebben ondergaan.
De naam van de loge Athanor verwijst naar de Alchemie. Alchemie
is bovenal een praktische weg van kennis omtrent de samenhangen tussen
geest en stof, kosmos en mensen. Tegenwoordig is de alchemie in de algemene
beeldvorming gereduceerd tot een duistere praktijk uit de Middeleeuwen,
met allerlei verhalen omtrent het creëren van goud uit lood. In
werkelijkheid gaat het hier om het beoefenen van een vorm van wetenschap
waarbij de eigen morele ontwikkeling van de onderzoeker een doorslaggevende
rol speelt. De alchemist is een kunstenaar van het innerlijk en de verinnerlijking.
In een vrijmetselaarsloge neemt de bouwsymboliek stellig de belangrijkste
en meest in het oog lopende plaats in. Daar liggen altijd voorhanden
werktuigen als passer, winkelhaak, waterpas, schietlood, hamer, beitel
en meetstok. En deze werktuigen zijn het, die ook de moderne vrijmetselaar
aanzetten tot arbeid. Arbeid aan een ruwe steen, die de meest eenvoudige
symbolisering is van de ongevormde mens.
Die typische bouwsymboliek in de huidige vrijmetselarij is een brok
erfenis van de ambachtelijke loges in de Middeleeuwen, de zorgvuldig
bewaakte werkplaatsen van hooggespecialiseerde bouwers, die werden aangezocht
om de grote kathedralen van die tijd te bouwen.
De werktuigen van de oude ambachtslieden werden bewaard, evenals de
geest die deze oorspronkelijke vrije metselaren bezielde... de geest
om te scheppen, te bouwen. En deze geest is tot op de huidige dag bewaard
gebleven.
In de loge bouwt de vrijmetselaar aan zichzelf,
om van zichzelf een beter mens voor de samenleving te maken. En daarbij
is hij tegelijk bouwsteen voor de samenleving en bouwmeester voor zichzelf.
En wie zich, samen met anderen, in dit streven wenst te bekwamen, kan
in een loge, de bouw- en werkplaats van de vrijmetselaren, een taak
en uiteindelijk een beloning vinden.